Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



vrijdag 23 november 2012

Recensie: Duizend heuvels (2012), Koen Peeters


De taal als masker

De genocide in Rwanda in 1994 en de strijd tussen Hutu’s en Tutsi’s is in bijna twintig jaar behoorlijk aan de orde gekomen in de media en in de literatuur. Denk aan Hotel Rwanda en Shooting dogs of aan de romans van Gourevitch en Courtemanche. Historicus Jan Vansina schreef dat men van goede huize moet komen om nog een roman over Rwanda te schrijven. Dat is moeilijker dan een historische studie.

Koen Peeters werpt echter een bijzondere invalshoek op het Centraal –Afrikaanse land, dat wederom betrokken is bij veel geweld, dit maal weer in Congo. Hij baseerde zich op ongeveer tachtig interviews met betrokkenen, antropologen, Belgische zusters en (getraumatiseerde) Witte Paters die daar woonden en werkten. Een bijzondere plaats neemt de zwarte Alexis Kagame (1912-1988) in, geen familie van de huidige president van Rwanda, maar filosoof, taalkundige en priester die de tradities van de Rwandezen op schrift stelde. Hij was een hogepriester (abiru) die, samen met collega’s, geheime informatie bezat over de opvolging van de vroegere koningen. 

Duizend heuvels (Wie heeft dat marketinggetal voor het eerst bedacht? vraagt Peeters zich af’) begint met een droomachtig relaas van ene Louis die in België woont en drie Rwandese mandjes ziet, die zijn vader van een missietentoonstelling heeft meegenomen en die in elkaar passen zoals Russische baboesjka’s. Een haas, Bakame genaamd, vervlecht de dromen van Louis met de Rwandese realiteit. Louis komt er zelfs toe om in Butare een museum in te richten met twee Rwandese assistenten, Tomas en Janvier. Het idee, zo vertelt Peeters in zijn Dankwoord, is gebaseerd op het levensverhaal van architect en antropoloog Lode van Pee, die in Butare een museum bouwde. Peeters reisde met hem in 2011 in Rwanda. De mandjes vertelden hem iets over precaire kleine zaken.   

Peeters verzamelde altijd al veel artikelen over oorlogen. Hij werd getroffen door een foto van Kagame, die in Brussel naar maskers in een etalage staat te kijken, terwijl Peeters begrepen heeft dat Rwandezen geen traditie op dat gebied hebben. In plaats van een beeldcultuur hebben zij een talige cultuur. Voor hen is de taal een masker. In spreekwoorden kunnen ze zich verschuilen zoals deze: 'Wat je nog niet hebt gezien, zul je vinden waar je nog nooit hebt gereisd.' Peeters verdiepte zich in de geschiedenis van Rwanda in het Afrika museum in Tervuren en sprak met Rwandese chauffeurs in taxi’s. Daar ontmoet hij ook Vincent, een stille zwarte jongen, die vaak meereed en met wie hij later het land bezoekt.

Het is boeiende mengeling van tovenarij (umufuuho is het spreken van de koeien, umaganda staat voor gemeenschappelijk werk, dat men verplicht is te verrichten) en christendom, van taalkunde en (stammen)geschiedenis. Het gaat over een traditie, die niet volgens Westerse rationele maatstaven te begrijpen is en waarover ook verschillen van mening bestaan, bijvoorbeeld over de herkomst van de Tutsi’s. Dan zijn er de tientallen (als het er niet meer zijn) mooie raadselachtige spreekwoorden,die in Rwanda gebruikt worden om zichzelf te maskeren, zoals door Samuel als hij besluit om in Rwanda te blijven, hoewel hij nog niet precies weet wat hij gaat doen: ‘Wie in een woud komt dat hij niet kent, snijdt zich een stok die hij niet kent.’
Over de invloed van de kolonisators denkt men verschillend. Zo zegt een oude Rwandese professor (de laatste hogepriester genoemd) dat de Belgen het onderscheid tussen Walen en Vlamingen inbrachten en daarmee het verschil tussen Hutu en Tutsi, die eigenlijk geen raciale maar een sociaal-economische achtergrond had. Ook maakten de Belgen een einde aan het koningschap. De genocide neemt, hoe kan het ook anders, een belangrijke plaats in in het boek. Hoe om te gaan met zoveel moorden? Hoe verder te leven met elkaar? Dat vereist een grote innerlijke kracht.

De landschapsbeschrijvingen van Peeters maken nieuwsgierig, doen verlangen om die zelf te aanschouwen: het groen van de velden en het rood van de wegen tegen een strak blauwe lucht. Van het uitzicht over het Kivumeer met bijzondere vogels (in het vliegtuig wordt men welkom geheten in het land van de birdwatchers) of deze: ‘We rijden naar het oosten, we klimmen. Onderweg houden we ons stil om uit te kijken over een rijstvlakte. Wonderlijk groen een kostbare, geborduurde lappendeken van smaragd. In de ongelijkmatige perceeltjes werken overal kleine mensen. Als ik zwaai, zwaait iemand terug, dan doen meer mensen dat. Boven de rijstvlakte stijgen kleine fragiele, warme geluiden op.’ 

In zijn dankwoord van deze buitengewoon rijke antropologische roman eindigt Peeters daar ook mee. ‘Tenslotte hoop ik dat de lezer van dit boek het land Rwanda en de Rwandezen nu zelf wil ontdekken – nee, dat klinkt al te koloniaal, laten we zeggen: ontmoeten.’ Graag zou ik op die wens van Peeters in gaan, alleen nu even niet. Ik vond het afgelopen week al dapper dat een NOS-journalist de binnenkomst van M23 in Goma filmde en versloeg. Na het lezen van dit boek ben ik wat voorzichtig geworden.

Hier mijn recensie van Shooting Dogs, elders op dit blog, hier een interview met Koen Peeters na het inleveren van het manuscript. Hij zegt daarin dat de romanvorm geschikter is om iedereen in zijn waarde te laten en dat Rwanda Toscane in het kwadraat is.

aangepast 23 juni, 14:51 uur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten