Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 7 januari 2013

Remco Campert over Het verband tussen de dingen ben ik zelf, VPRO-Boeken, 6 januari 2013


Een fotoalbum met gedichten als kiekjes

De alweer drieëntachtig jarige, maar nog sterk aanwezige Remco Campert is uitgenodigd naar aanleiding van het verschijnen van Het verband tussen de dingen ben ik zelf, zijn gebundelde bijdragen uit de Volkskrant over politiek, actualiteit en dagelijkse beslommeringen.

Campert ordent zijn herinneringen aan de hand van zijn gedichten. Wim Brands speelt hierop in door hem dan ook veel gedichten te laten voorlezen, zoals Licht van mijn leven, dat ik de nieuwe gedichtenbundel staat, die aan het eind van het jaar zal uitkomen. Anders dan vroeger, toen hij zich nog een plaats in de wereld moest veroveren, heeft Campert niet meer zoveel haast. Zijn energie is tanende, zegt hij. Terwijl hij vroeger werkdagen van tien uur maakte en hele nachten doorschreef, beperkt zijn arbeid zich nu tot een uur van vier in de middag. De wekelijkse columns in de Volkskrant vragen veel tijd. Omdat die nauw luisteren is hij daar meer dan een werkdag aan kwijt. 

Naast de genoemde dichtbundel en de columns is Campert bezig met een korte roman, die ook voor het eind van het jaar gepland staat. Hij zit nog middenin in het verhaal dat een nauwe relatie met film heeft. De hoofdpersoon is een scenarioschrijver van middelbare leeftijd die genoeg van het leven heeft en naar een hotel in Frankrijk gevlucht is. Het verhaal kwam echter in een doodlopende steeg terecht en Campert is bezig het daaruit te halen. Hij weet nog niet hoe het afloopt, maar hij denkt eerder aan aanvaarding dan aan zelfmoord omdat hij zelf iemand is die graag leeft. 

Hij begon zo’n drie jaar geleden aan het gedicht Licht van mijn leven. Gedichten die nog niet af zijn stopt hij in een map en haalt die af en toe weer te voorschijn tot ze goed zijn. Dan doet hij er niet meer aan. Hij heeft dit gedicht ingekort en vindt het beter. Door het voor te lezen heeft hij het idee dat het klopt. Dat heeft het geleerd van zijn vele optredens.

Poëzie is de literaire vorm waarin hij zich het beste kan uitdrukken. Hij schreef proza om geld te verdienen, maar heeft daar, anders dan hij met vertalen had, ook veel plezier in.   
Poezië valt niet af te dwingen. Die overvalt hem. Hij begon er na de oorlog aan toen hij in een pleeggezin in Epe woonde. Het werd pas serieus na zijn contact met de Vijftigers. Die gaven hem de zet om schrijver te worden.

Brands toont een aantal notitieboekjes die Campert graag koopt en gebruikt. Hij kan zich niet voorstellen dat hij net als Philip Roth zou stoppen met schrijven, al was het maar omdat hij dan niet zou weten wat hij moest doen. Soms moet hij zich wel eens tot werken zetten, maar als hij eenmaal achter zijn bureau zit, is het goed.

Een fragment van een gedicht over een etentje in Keizer brengt hem op de verhouding tot de moeder die als actrice veel afwezig was. Remco herdenkt haar met liefde. Zijn eerste herinneringen is aan een zitje voor het raam in Den Haag, waar hij de, door zijn moeder gevoerde, havermoutpap uitspuugde nadat een meeuw op het raam had gepoept.

Hij leest over een gedicht over een gesprek met zijn moeder die hem inlichtte over de dood van zijn vader Jan die in het concentratiekamp Neuengamme omkwam. Hij schreef het in de jaren zeventig. Hij had weinig herinneringen aan zijn vader die het gezin in de steek liet toen Remco drie jaar oud was. Samen gingen ze eens naar een film in Cineac en daarna moest Remco lang wachten in een woning van een maitresse. Ook kwam zijn vader, die inmiddels voor het verzet werkte, eens langs in de oorlog toen Remco bij zijn oma woonde.

Poezië is een daad (van bevestiging) eindigt met de dood. De dood is een ontroering, zo luidt de laatste zin. Schierbeek maakte er ont-roering van, maar Campert vond het eerste genoeg. De dood is onafwendbaar en onvermijdbaar in gesprekken. Camper heeft al een graf geregeld. Hij verheugt zich op het plekje waar hij straks zal liggen. Daarom wil hij ook niet verbrand. Want dan ben je nergens meer. Bij de herdenkingdienst voor Hugo Claus in 2008 leverde hij een indrukwekkende bijdrage. Na zijn voordracht van de bijdrage Leven die Campert uitsprak tijdens de herdenking voor Jan Wolkers, stelt Brands voor de nieuwe dichtbundel die titel mee te geven. Campert zal erover denken.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten