Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 14 maart 2013

Recensie: Inwijding, deel 1 (1901), Marcellus Emants



Naïeve Theodoor in de ban van een wantrouwige vrouw

Door een initiatief van de Database Nederlandse Literatuur (dbnl) en de Bibliotheken wordt het oudere literaire cultuurgoed steeds meer met e-books ontsloten. Ik koos uit het aanbod een roman van Marcellus Emants, wiens eerdere roman Een nagelaten bekentenis nog steeds in mijn geheugen gegrift staat.

Inwijding bestaat uit twee romandelen en heeft de ondertitel Haags leven. Ik beperk me in deze recensie tot het eerste deel. Theodoor van Onderwaarden is net afgestudeerd als meester in de rechten en op zoek naar een baan, maar eerder nog naar een vrouw. Hij raakt verslingerd aan een heel bijzonder exemplaar van de vrouwelijke soort.

Theodoor woont met zijn moeder en twee zussen in een Haags herenhuis. Zijn oudste zus Willemien heeft stevige verkering met de jonge ambtenaar Japie Rijsenheim, de jongere weerbarstig Anna moet niets van de liefde hebben. De moeder is weduwe en behoorlijk dominant. Ze heeft sterke opvattingen over het huwelijk dat vooral met verstand aangegaan moet worden en niet teveel uit liefde.

Tijdens een discussie daarover in het begin van de roman komt de dame aux camélias naar voren, een term die door Alexander Dumas werd gebruikt als titel van een roman over vrouwen die zelf geen liefde kunnen geven, courtisanes zogezegd. Theodore is van mening dat een man niet met zo’n vrouw moet omgaan. Op straat piekert hij erover wat voor vrouw geschikt voor hem zal zijn. Hij loopt vrouwen in de stad achterna, zoals Tonia. Hij leert haar nader kennen omdat ze de vriendin is van Jansen, een kennis van hem. Zijn moeder heeft echter de verpleegster Dora, van goede komaf, voor hem op het oog. Tijdens een diner vindt hij haar, net als zijn zus Anna, echter wel erg gevat en in het geheel niet knap.  

Theodoor beklaagt zich in stilte dat zijn moeder hem zo weinig weerbaar heeft opgevoed en hem heeft afgehouden van het werkelijke leven. Hij heeft weinig zin in de familietradities zoals sinterklaas of aan een diner met kennissen van zijn moeder. Ook de voorbereidingen voor het huwelijk van zijn zus kunnen hem gestolen worden. Als Dora zich echter aansluit om een toneelstukje te regisseren, wordt ze aanvaardbaarder en hebben ze veel plezier, maar de erotische gevoelens die Tonia bij hem opwekt zijn voor Theodoor toch sterker.    

De verstandhouding tussen Theodoor en Tonia verdiept zich als Theodoor hoort dat Jansen haar voor de gek houdt met een ander. Hij neemt graag de plaats van zijn kennis in, maar krijgt vooral de lasten te verduren. Tonia heeft steeds geld nodig. ‘’t Werd hem weer onmogelijk te geloven, dat er beetnemerij kon schuilen onder die bedaarde, smekende toon.’ Dat is nog tot daar aan toe. Ergerlijker is het dat hij niet tot Tonia kan doordringen en dat ze erg wantrouwig is. Daarbij kan ze erg bot reageren, zoals bijvoorbeeld met: ‘Dag Nel, slaap wel’. Zelf is Theodoor ook niet helemaal overtuigd van een levenslange verbintenis met haar. De twee zitten elkaar behoorlijk in de haren en trappen op elkaars staart. Tonia wordt jaloerser naarmate ze intiemer wordt, Theodoor voelt minder liefde naarmate Tonia jaloerser is. Ze zitten in een vicieuze cirkel.

Tenslotte komt Theodoor aan een baan bij de griffie, op voorspraak van zijn oom, een professor die aan het begin van het boek op bezoek kwam om hem geluk te wensen met zijn bul. Theodoor is blij dat Tonia een eind heeft gemaakt aan hun verhouding want eindelijk is hij van zijn geheim verlost, maar er hoeft niets te gebeuren of hij bezwijkt weer voor haar.

De verteller spiegelt allerlei intieme of minder intieme huwelijksverhoudingen aan de verhouding die Theodoor met Tonia heeft. Behalve die tussen Willlemien en Japie, is er ook nog een een korte verhouding tussen Anna en een aristocratische kandidaat voor Anna, die eerder een Duitse courtisane over de grens heeft laten zetten. Theodoor strijdt tegen hypocrisie op alle fronten, maar ontkomt daar zelf ook niet aan. In zijn sociëteit waar hij wel eens komt, hoort hij dat zeden zedeloos zijn, omdat ze dwingen een innerlijke waarde te schatten naar uiterlijke kenmerken. Theodoor wordt door het leven en  de veranderlijkheid van mensen gebeukt. Het leven is sterker dan de leer:
‘’t Was of alle begrippen van waarheid, ernst, goedheid, plicht, oprechtheid, eerlijkheid enzovoorts, op wier scherp-begrensde vastheid hij tot nog toe had vertrouwd, zwiepend werden als riet, kneedbaar als was, veranderlik als een golf, waarvan de glasachtig groene druppels aanstonds omkrullen tot wit schuim, neervallen en weer oprijzen in een nieuwe gedaante.’

In de directe rede wordt veel gestotterd. Wellicht was het in die tijd gebruikelijk die in de spreektaal met halve zinnen uit te drukken.
Af en toe breekt de verteller in, bijvoorbeeld als Theodoor bij Tonia is: ‘Een geoefender oog zou gezien hebben, dat Tonia maar schijnbaar kalm was en maar schijnbaar las, terwijl ze in werkelijkheid niets anders deed dan met alle kracht beproeven haar verloren zelfbeheersing te herwinnen.’

Het verhaal wordt voor de één en twintigste eeuwse lezer nogal uitgemolken met veel herhalingen van zetten, maar de kracht ligt  in de manier waarop het geschreven is, de natuurlijke toon die Marcellus Emants na ruim een eeuw nog zeer genietbaar maakt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten