Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 14 december 2013

Arie Storm over Luisteren hoe huizen ademen, Brands met boeken, 13 december 2013



Schrijver op reis naar zijn verleden

Wim Brands kondigt aan dat het gesprek zal gaan over fictie en werkelijkheid en begint met het laatste. Een jaar of zes geleden zat hij met Arie Storm (1963) in de trein, die nogal met zijn papieren zat te rommelen. Er ontstond een nogal onheilspellend gesprek, zegt Brands, over neuroses waarbij hij als amateur psychiater probeerde uit te leggen dat die uit onveiligheid in de jeugd vandaan kwamen. Wellicht is dat de aanleiding geweest voor Storm om zich bezig te houden met de Haagse Schilderswijk, waar hij zijn jeugd doorbracht. Hij herinnert het zich als een gelukkige tijd, maar was dat ook zo? In Luisteren hoe huizen ademen wil hij dat uitzoeken.  

Alter ego August Voois woont met vrouw en kind in Amsterdam Zuid. Het huis begint kuren te vertonen. Het heeft een eigen wil. Het plaatst hem terug in de tijd. Storm vertelt dat hij niet goed tegen stilte kan en daarom, als hij alleen is, altijd de BBC radio opzet.

Hoe scherp zijn je jeugdherinneringen? vraagt Brands.
Storm zegt dat het ingewikkeld is, omdat men vooruit kijkt als men jong is. Hij droomde wel veel over zijn jeugd. Door erover te schrijven wordt er een wereld opgeroepen, waarvan hij niet altijd weet of die op werkelijkheid gebaseerd is, zoals dat zoenen van zijn moeder met een ander, maar dat neemt hij voor lief. De emoties zijn tijdens het schrijven heftiger dan vroeger. Storm vertelt over de groentezaak van zijn vader, die later een illegaal denksportcafé werd, waardoor altijd veel dammers bij hen over de vloer kwamen. Als de politie inviel en vroeg wat die hoog opgestapelde kratten bier in de tuin moesten betekenen, zei zijn vader dat die voor zijn verjaardag waren en kwam daar altijd mee weg. Arie had niet zo’n sterke band met zijn ouders, maar vond, net als zijn zussen, al die bierdrinkende mannen gezellig. Natuurlijk zit er een andere kant aan. Mensen kochten vaak op de pof en dan moest hij bij hen langs om het geld op te halen. In de wijk speelde geld altijd een onduidelijke rol. Tien procent van de vrouwen prostitueerde zich, er werd veel zwart gewerkt, bijgeklust, verbouwd, uitgebouwd.

Brands gaat verder over August Voois die Maarten ’t Hart leest. Hij komt zelf ook uit een volks milieu en weet uit ervaring dat lezen niet aangemoedigd wordt. Het zou slecht zijn voor de hersenen.
Storm las al graag op de lagere school en dat breidde zich alleen maar uit, ook door goede leraren Nederlands. Hij las alles wat los en vast zat, al in de vroege uren in bed, ook Georges Simenon. Zijn vader pakte eens een boek op van Maarten Biesheuvel waarin een fragment stond over een blote man met zijn hand aan zijn geslacht en vond het niet fraai. Zijn moeder ging eens haar beklag doen op school omdat haar dochter Tigertits Rosie van Mensje van Keulen voor haar lijst moest lezen.

Brands begint over de damcarrière van Storm. Ooit stond hij in de damrubriek van de Volkskrant.
Storm zegt dat hij niet goed genoeg was. Hij haalt Mulisch aan die zei dat men geen talent heeft als men de top niet haalt. Zelf denkt hij dat zijn concentratie hem in de steek liet. Hij dwaalde vaak af met zijn gedachten. Op zijn zeventiende was hij bijna jeugdkampioen van Zuid-Holland, maar hij verloor omdat hij met schoonheid wilde winnen. Hij had ook het idee dat hij zich moest waarmaken met geweldige zetten, opdat men niet teleurgesteld in hem zou zijn.

Brands gaat verder in op de overeenkomst tussen dammen en schrijven. In beide gevallen trekt men zich terug in een eigen wereld. In zijn roman Luisteren hoe huizen ademen uit Storm kritiek op anderen. In eerdere romans nam hij zijn familie op de hak. Heeft hij geen last om de ander teleur te stellen?
Storm vindt dit twee verschillende zaken. Bij het schrijven gaat het niet om een karaktertrek van hem maar over zijn behoefte de werkelijkheid op een mooie en adequate manier te beschrijven. Hij vindt met Augie March, een personage van Saul Bellow, dat ouders en kinderen met de volwassenheid uit elkaar zouden moeten gaan, maar dat interne verwikkelingen dat vaak beletten.

Volgt een hele discussie over het afbranden van anderen, zoals ook A.F.Th. van der Heijden deed in De helleveeg.
Storm is van mening dat anderen zich daar niet druk over moeten maken. Net als W.F. Hermans ziet hij het leven als een experiment. De dame in kwestie, presentatrice van de Tros Nieuwsshow, stond symbool voor een lid van een culturele elite die vaak niet weet waarover men praat. Hij wildd dat op een geestige manier doorprikken. Voor hem staat waarheidsvinding voorop. Zelf zou hij zich niet herkennen in een personage. Of hij even kritisch op zichzelf is kan hij niet zeggen. Wel vindt hij dat August Voois akelige trekjes heeft.

Brands vraagt waarom hij in Het Parool zo kritisch recenseert.
Storm vindt literatuur belangrijk. Met Salinger vindt hij dat het in deze kunstvorm gaat om oprechtheid. Diens visie moet echt zijn. Wieringa, Van Dis en Japin poseren te veel. John Banville is wel oprecht in zijn zoekende manier van schrijven, net als Gustaaf Peek. Zijn eigen boek is wellicht nog maar een proloog zoals ook De tandeloze tijd kende.

Een interview naar mijn hart.   


  
  


2 opmerkingen:

  1. Rein,

    Heb je het gesprek: Op 11 december zond de VPRO het interview uit dat Jeroen van Kan had met Jeroen Brouwers, gevolgd?

    Prachtig over de polemiek en hoe je onterecht iemand opbrandt. Circus van de pen in plaats een dol gedraaide trampolinespringer die uit veelschrijverij voorbij zijn doel schiet...

    Groet

    BeantwoordenVerwijderen