Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



dinsdag 16 december 2014

Recensie: Het hout (2014), Jeroen Brouwers



Virtuoos taalspel over misbruikdrama op jongensinternaat

Zeldzaam lees ik een roman als Het hout, waarin Jeroen Brouwers zich weer overtreft. Zijn verhaal over het misbruik van jongens in een Franciscaner klooster in Limburg op de grens met Duitsland is zowel inhoudelijk als stilistisch een meesterwerk. Zijn schets van het seksueel misbruik maakt het instituut roomse kerk nog ontluisterender - als dat nog kan tenminste - en de taal waarin hij het onzedelijke betasten en vernederen beschrijft is van buitencategoriale orde.

Het hout is getoonzet naar de hand van Bonaventura, een lekenleraar Duits die door de kloosterleiding in 1950 op slinkse wijze hun orde binnen is gewerkt. Dat jaar werd hij op slot gedraaid met ijzeren sleutels, zegt hij. Na de komst van het nieuwe schoolhoofd Mansuetus uit Duitsland verliest hij zijn status als leraar en wordt manusje van alles. Vanuit zijn positie als surveillant volgt hij de ontwikkelingen die binnen de kloostermuren plaatsvinden. Dat is nogal wat. De ziekenbroeder steekt zijn graag zijn vinger in de anus van leerlingen om hen te temperaturen, een nachtsurveillant voelt of de jongens zich van onder goed gewassen hebben, biechtvader Sneef vraagt ronduit naar onbetamelijke gedachten. ’Was het met jezelf of met iemand anders, vraagt de geile clericus de biechteling. Gelieve het hem zo ampel mogelijk te beschrijven. Hoe vaak met jezelf, meermaals per dag, per nacht, wat fantaseer je daar zoal bij.’ Het nieuwe schoolhoofd Mansuetus introduceert gemeen hout van een strijkstok waarmee leerlingen geslagen worden.

Gefrustreerde hunker naar sexualiteit die leidt tot sadisme en nog meer, dat is wat samenhangt met het hout,’ schrijft Brouwers in de hoedanigheid van Bonaventura .Als die vanwege zware kiespijn in het aangrenzende dorp naar de tandarts moet, wordt hij in de wachtkamer verleid door een geheime vriendin, die in het dorp een V&D-tje heeft. Twijfel over zijn toekomst speelt hem parten. Bonaventura weet niet wat te doen, initiatiefloos geworden in onderworpen gehoorzaamheid aan de regel, zoals hij dat noemt.   

Het drama spitst zich toe op het misbruik van Mark Freelink door Mansuetus op een avond dat Bonaventura de wacht over de slaapzaal houdt. Hij gaat uit op onderzoek als hij ontdekt dat Mark niet terug is van een straf door het schoolhoofd. ’De chambrette van Mark Freelink. Het gordijn is niet gesloten. Bed stipt naar de voorschriften opgemaakt, maar het is beangstigd dat hij er niet in ligt.’ De volgende dag ziet hij dat Wil, de vriend van Mark die eerder onder handen is genomen door Mansuetus, wegvlucht naar de poort. Het blijkt dat de jongens een vluchtpoging zouden ondernemen die echter door de brute verkrachting van Mansuetus verhinderd werd. Mark kwam op de ziekenzaal terecht, zogenaamd vanwege een epileptische aanval.

De tijd is die van de watersnoodramp in 1953, waarin de Tweede Wereldoorlog en de haat tegen de Duitsers nog manifest is. Nog nader aangeduid bevinden we ons in de goede week, die uitloopt op het paasfeest en Brouwers de gelegenheid biedt om naar een apotheose toe te werken. Verder dan Witte Donderdag komen we echter niet. Op die dag komt de bisschop op bezoek. De composities zijn doordacht. Als Bonaventura samen met Wil voor diens komst het kruisbeeld schoonmaakt, horen ze Mark zingen in het koor. Beiden zijn opgelucht dat hij uit de ziekenzaal ontslagen is.

De stijl van Brouwers is bezwerend, als die van een taalmagiër of een woordkunstenaar. Hij schrijft geen zin op de automatische piloot en knoopt allerlei gebeurtenissen op imposante wijze aan elkaar vast. Directe en indirecte rede gaan moeiteloos in elkaar over, actie en reflectie wisselen elkaar op natuurlijke wijze af. Brouwers neemt de tijd om het verhaal te ontvouwen en komt steeds met nieuwe woorden. Zinnen hoeven niet te eindigen, kunnen ook uit één woord bestaan. De taal is een genot om te lezen, zoals over het ter communie gaan. ’Het lichaam van de zaligmaker moet ongekreukt naar binnen. En men moet nuchter zijn voor deelname aan dit sacrament der sacramenten, opdat de zaligmaker niet terechtkomt tussen raapsteeltjes en gekookt spek.’ Bonaventura voelt zich een soepjurkclown in een asiel, staat er ergens. Het gebrekkige Duits dat Mansuetus en de abt spreken geeft heel veel sfeer. Brouwers geeft de lezer een gevoel van vrijheid, ruimte om zelf ook te experimenteren met taaluitingen.

Het enige onwaarschijnlijke is de hitte die tijdens de goede week in het klooster heerst. Die zorgt wel voor een drukkende sfeer, maar past eerder in de hoogzomer. Dit detail valt echter in het niet bij de reikwijdte van dit boek, dat de Nederlandse literatuur vernieuwd en verrijkt.

Bijgewerkt op 17 december 8:54 uur.


1 opmerking: