Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 16 augustus 2015

Het Filosofisch Kwintet over de menselijke maat, Bimhuis Amsterdam, 16 augustus 2015



Alles heeft een prijs, maar de bureaucratie maakt wel erg duur

In deze laatste aflevering van het seizoen gaat Het Filosofisch Kwintet over de menselijke maat. Clairy Polak en Ad Verbrugge hebben bestuurskundige Albert Jan Kruiter (zie foto), econome Irene van Staveren en rechtsfilosoof Diederik Boomsma uitgenodigd om na te denken over dit aspect van de duurzame mens.

Polak begint met de zorg die verkruimelt en wil van Kruiter horen wat er mis was met de verzorgingsstaat. De bestuurskundige legt de oorzaak van het falen daarvan in de bureaucratische organisatie. Ook Boomsma meent dat de verstatelijking van de zorg problematisch was. Door de moderne nadruk op individuele rechten werden de plichten veronachtzaamd. Van Staveren vertelt over een onderzoek bij banken naar de dienstbaarheid ten opzichte van klanten, die dwars op de bedrijfscultuur staat. Kruiter zegt dat het in de zorg niet anders is. Door het centraal stellen van de rechten is de menselijke maat verdwenen. Verbrugge voegt daaraan toe dat door anonimisering de menselijke relatie plaats heeft gemaakt voor de transactie.  

Polak wil weten waar dan precies de pijn zit.
Volgens Kruiter kunnen we tegenwoordig het recht op passend onderwijs niet meer waarmaken en zitten gehandicapte kinderen daardoor thuis. Van Staveren wijst erop dat de verzorgingsstaat zozeer uitdijde dat die onbetaalbaar werd, maar voegt daaraan toe dat ze het debat daarover niet tot de financiële kant wil verengen. Boomsma onderscheidt drie corrumperende effecten van de bureaucratie: het individu wordt afhankelijk, het systeem breidt zich uit en anderen willen niet meer meedoen. Volgens Kruiter is de tegenwoordige decentralisatie een manier om te ontrechten en de menselijke maat weer terug te krijgen. Dan moet echter de overheid niet voor politieagent blijven spelen, want daarmee keert de controle staat in verhevigde vorm terug.

Polak vraagt haar gasten of de menselijke maat zich herstelt als de overheid zich terugtrekt.
Volgens Van Staveren klagen zorgaanbieders dat ze veel meer contracten met gemeenten moeten afsluiten hetgeen meer overheadkosten met zich meebrengt. Ze bepleit dat ook de organisatie van deze aanbieders verandert. Zo niet dan gaat de zorg alleen maar meer kosten. Ze noemt als voorbeeld de acties van opticiens om meer brillen te slijten die de kosten van de zorg alleen maar opdrijven. Kruiter stelt dat rendementsdenken in marktsituaties nog niet tot goedkopere zorg leidt. Daarvoor is een totaal overzicht nodig.

Polak noemt de broodfondsen die op kleinschalige manier een vangnet bieden aan zelfstandige ondernemers.
Boomsma ziet daarin - met sociale controle en morele oordelen - de menselijke maat terugkeren. Kruiter vreest dat de broodfondsen op den duur, als blijkt dat solidariteit toch niet zo gemakkelijk te organiseren valt, net zo bureaucratisch of meer worden. Er zullen altijd mensen blijven die buiten de boot vallen.

Polak wil weten of de staat overbodig is.
Boomsma stelt dat intermediërende instanties als kerk en familie vroeger in moeilijke gevallen zorg verleenden. De staat die de naastenliefde onmogelijk heeft gemaakt, moet volgens Kruiter wennen aan het ongelijkheidsbeginsel. Verbrugge stelt dat het invoeren van individuele rechten tot de ondermijning van de menselijke maat heeft gevoerd. Kruiter waarschuwt dat we door het opeisen van rechten opnieuw in een duur patroon terecht komen, waar we juist uit willen. Verbrugge zegt dat alles nu eenmaal een prijs heeft en bedoeld dat de bureaucratie de zorg wel erg duur maakt en dat we dus beter een ander systeem kunnen kiezen al hangen daar ook weer nadelen aan.

Polak gooit de knuppel nog eens in het hoenderhok door de problemen te wijten aan de liberale ideologie.
Voordat de discussie hierover kan oplaaien wordt die alweer geblust door Verbrugge die antwoordt dat dit afhankelijk is van welke betekenis met aan het begrip liberalisme geeft.
Het zou een mooie stap zijn geweest naar de libertaire maatschappij opvatting, maar zover gaat het kwintet niet. Kruiter wil toe naar een maatschappij waarin negentig procent van de mensen de eigen boontjes dopt en de overheid dat doet voor de resterende tien procent. Boomsma gaat daarin mee en ziet oudere vormen van de verhouding tussen individu en gemeenschap met daarin zorgplicht weer terugkomen. Van Staveren spreekt liever van verantwoordelijkheid dan van zorgplicht, omdat het laatste haar doet denken aan de benauwde jaren vijftig. Kruiter zegt dat in de WMO al recht op menselijke maat is opgenomen: als men zorg goedkoper kan inkopen dan de voorgestelde organisatie biedt, krijgt men daartoe de gelegenheid. Rechten zijn volgens hem voorwaardelijk aan plichten, al vindt Polak dat erg paternalistisch klinken. Volgens Boomsma zijn mechanismen rond de zorg als verinnerlijking, sociale controle en staatsingrijpen communicerende vaten en ziet hij liever de eerste twee dan de laatste.

Op de vraag van Polak of men in sociale controle gelooft, antwoordt Verbrugge dat dit bij een relationeel vrijheidsbegrip hoort, dat nieuwe plichten met zich meebrengt. Kruiter denkt dat initiatieven soms wel en soms ook niet zullen lukken en dat men daarom per keer de zaak moet bekijken. Boomsma stelt dat elk systeem zijn feilen heeft, maar dat dit minder negatieve neveneffecten zal hebben. Verbrugge is het met hem eens dat een systeem alleen nooit de oplossing kan zijn maar dat ook de mentaliteit belangrijk is. Het is onze condition humaine om een zekere ongelijkheid te accepteren. Het leven is tenslotte wat we er samen van maken. Dat laatste was een mooie afsluiting van deze serie gesprekken over menselijke waarden. Uiteindelijk gaat het om tolerantie, acceptatie en naastenliefde.
  




Geen opmerkingen:

Een reactie posten